Waar moet je op letten als je met buitenlandse arbeidskrachten via een intermediair werkt?

Waar moet je op letten als je met buitenlandse arbeidskrachten via een intermediair werkt?

Het inlenen van buitenlandse arbeidskrachten is meer en meer in opmars. Niet voor niets, buitenlandse arbeidskrachten zijn vaak echte vakmensen, terwijl er in Nederland grote tekorten ontstaan aan vakmensen. Toch heerst er nog veel onduidelijkheid bij Nederlandse werkgevers als het gaat om het inlenen van buitenlandse arbeidskrachten. Welke risico’s loopt de werkgever bij het werken met buitenlandse arbeidskrachten via een intermediair?

Wet arbeid vreemdelingen

Wanneer een Nederlandse werkgever via een intermediair buitenlands personeel inhuurt of -leent is de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) van toepassing. De werkgever is zelf verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze wet en moet op een aantal zaken letten. We zetten de belangrijkste vijf voor je op een rij:

1. Controleer of het (buitenlandse) uitzendbureau is ingeschreven bij de KvK

Niet alleen Nederlandse, maar ook buitenlandse uitzendbureaus zijn verplicht om zich in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel in te schrijven. Daarbij moet in het kader van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) duidelijk uit de inschrijving blijken dat arbeidskrachten ter beschikking worden gesteld.

2. Vraag naar een A1-verklaring van de buitenlandse arbeidskracht

Leen je buitenlands personeel in, check dan altijd of de arbeidskracht over een A1-verklaring beschikt. Deze verklaring is verplicht en geeft aan dat de arbeidskracht in zijn eigen land sociaal verzekerd is.

3. Voer een identiteitscontrole uit

Werkgevers zijn zelf verantwoordelijk voor het controleren van de identiteit van arbeidskrachten. Niet alleen die van buitenlandse werknemers, maar ook de identiteit van Nederlandse werknemers moet in alle gevallen worden gecontroleerd. Maak altijd een kopie en bewaar deze in je administratie. Check het paspoort van buitenlandse werknemers ook om te bepalen of je nog een tewerkstellingsvergunning (TWV) moet aanvragen.

4. Check de aanwezigheid van een tewerkstellingsvergunning wanneer dat nodig is

Leen je arbeidskrachten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER)* en Zwitserland in, dan moet de arbeidskracht beschikken over:
• een geldige tewerkstellingsvergunning (TWV);
• een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA);
• een geldig verblijfdocument met daarop de aantekening: ‘Arbeid is vrij toegestaan. Tewerkstellingsvergunning (TWV) niet vereist’;
• of een geldig paspoort met een officiële sticker van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) met daarop dezelfde aantekening.

* Tot de EER behoren alle EU-landen en Liechtenstein, Noorwegen en IJsland. Een uitzondering is Kroatië.

5. Let op dat de intermediair in Nederland loonbelasting afdraagt

Zodra een buitenlandse werknemer in Nederland te werk wordt gesteld, moet de intermediair vanaf dag één al loonbelasting afdragen in Nederland. Ook buitenlandse intermediairs. Wanneer de intermediair dit niet doet, kan dat gevolgen hebben voor de Nederlandse werkgever. Werk daarom alleen met intermediairs die een NEN 4400-certificaat hebben en vraag regelmatig verklaringen van goed betalingsgedrag van de Belastingdienst (een WKA-verklaring) aan.

Onze medewerkers Bart en Louk kunnen je meer vertellen over het werken met buitenlandse werknemers. Neem contact op voor meer informatie.